Sinds 2007 zijn de justitiehuizen verantwoordelijk voor het elektronisch toezicht (ET). Bovenstaande  cijfers bieden echter geen totaaloverzicht gezien in dit overzicht enkel de mandaten voorgesteld worden waarbij een begeleiding door een justitieassistent voorzien is. Een algemeen overzicht vindt u op Cijfers elektronisch toezicht | Jaarverslag 2020 Departement WVG (dwvg.be) waar u de cijfers van het totaal aantal mandaten elektronisch toezicht ziet bij het VCET.

Het elektronisch toezicht in zijn algemeenheid - mandaten mét en zonder begeleiding - kent sinds 2007 een enorme vlucht.  Omwille van de overbevolking in de gevangenissen werd het toepassingsgebied van het elektronisch toezicht stelselmatig uitgebreid en de toekenningsprocedure versneld. Enkel het aantal mandaten elektronisch toezicht mét begeleidingen daalt sinds 2015. Binnen de procedure van het ET onder de drie jaar, merken we een daling in het jaar 2017-2018. Deze is te wijten aan de komst van een nieuwe omzendbrief die de drempel tussen dossiers ET -3 jaar met begeleiding en de mandaten zonder begeleiding (thuisdetentie) verhoogde van twee maanden naar drie maanden. Bijgevolg zijn een aantal dossiers verschoven van deze categorie (minder dan drie jaar) naar de categorie thuisdetentie waarbij geen begeleiding voorzien is. Die categorie staat ook niet in deze grafiek.

Naast de opdrachten in het kader van elektronisch toezicht nemen de overige penitentiaire opdrachten een relatief beperkt aandeel in van het totaal aantal begeleidingsmandaten binnen de Justitiehuizen. Doorgaans betreft het wel langdurige en intensieve begeleidingen.

Vanaf 2007 werden de strafuitvoeringsrechtbanken bevoegd voor de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Het gaat in deze gevallen over straftotalen van meer dan drie jaar gevangenisstraf. Het aantal toekenningen blijft redelijk stabiel. In 2017 kregen 326 justitiabelen een VI opgelegd.  Dit aantal steeg in 2018 naar 360 nieuwe mandaten en ook in 2019 was er opnieuw een stijging met in totaal 399 nieuwe mandaten.  Net zoals verschillende andere begeleidingsopdrachten kende het aantal VI een terugval in 2020 met in totaal 316 mandaten.  Deze daling is vermoedelijk eveneens (deels) te wijten aan de COVID-pandemie en specifieke maatregelen die een impact hadden op de toekenning , het verloop en de uitvoering van strafuitvoeringsmodaliteiten. Om de concentratie van de gevangenisbevolking te verminderen en de gezondheidsrisico’s door het telkens verlaten en terugkeren naar de gevangenis te beperken, werden immers bepaalde uitvoeringsmodaliteiten opgeschort en werd aan bepaalde gedetineerden een onderbreking van de strafuitvoering toegekend (zonder opvolging door de justitiehuizen).

Sedert 2007 zijn de Justitiehuizen ook bevoegd voor de opvolging van de beperkte detentie. Het aantal dossiers blijft redelijk stabiel in de buurt van 150 nieuwe dossiers op jaarbasis.

Het aantal dossiers voorlopige vrijstellingen toegekend door de gevangenissen, betreft enkel voorlopige vrijstellingen waarbij begeleidingsvoorwaarden worden opgelegd aan gedetineerden met straftotalen onder de drie jaar. Aangezien de meeste van deze gedetineerden vrijkomen onder elektronisch toezicht betreft de voorlopige vrijstelling sinds enkele jaren een uitzonderingscategorie met jaarlijkse aantallen die schommelen in de buurt van 50 nieuwe dossiers.

Een laatste restcategorie betreft de opvolging in het kader van de “terbeschikkingstelling”. Dit gaat over personen die veroordeeld werden voor zeer ernstige misdrijven, en daardoor de bijkomende straf van terbeschikkingstelling kregen opgelegd. Zij staan na het doorlopen van hun gevangenisstraf nog minimaal vijf en maximaal vijftien jaar ter beschikking van de strafuitvoeringsrechtbank. Jaarlijks ontvangen de justitiehuizen tussen de 20 à 40 nieuwe dossiers.

sluiten