In tegenstelling tot de enquête-opdrachten, gaan de begeleidingsopdrachten - met inbegrip van bemiddeling in strafzaken (bemiddeling en maatregelen sinds 2018) - jaar na jaar in stijgende lijn tot 2019. In 2020 zien we echter een daling van het aantal mandaten voor alle opdrachten met uitzondering van de vrijheid onder voorwaarden en bescherming maatschappij. Die daling is hoogstwaarschijnlijk te wijten aan de corona-maatregelen, gezien veel zittingen werden uitgesteld.
Het elektronisch toezicht als autonome straf (ETAS) werd toegevoegd aan het straffenarsenaal in 2016. Sinds de mogelijkheid tot toepassing van ETAS wordt er echter geen opmerkelijke stijging vastgesteld, noch bij de begeleiding, noch bij de advisering.In 2017 bleef het aantal nieuwe mandaten Bemiddeling In Strafzaken (BIS) ongeveer stabiel in vergelijking met 2016. De toepassing van deze bemiddelingsmaatregel kende een uitgesproken stijging in 2014 en 2015. Dit valt te verklaren door twee lokale situaties. Allereerst werden in Gent in 2015 de ‘Proefzorg-dossiers’ ingevoerd binnen het registratiesysteem van de justitiehuizen (SIPAR), wat zorgde voor een bijkomende toename in cijfers. Ten tweede werden in Brussel door het openbaar ministerie in 2015 bijna dubbel zoveel mandaten overgemaakt als in de voorgaande jaren. Dit heeft te maken met de hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en keuzes in het vervolgingsbeleid van het nieuwe parket Halle-Vilvoorde. Meer algemeen kan een wijzigend beleid op parketniveau ook een rol spelen in deze stijging. Sommige fenomenen (bv. verkeerscriminaliteit, ook zonder slachtoffer, of drugsmisdrijven) worden meer en meer georiënteerd naar deze procedure, gezien er ook een specifiek aanbod werd gecreëerd (bv. specifieke vormingen, cursussen) om mee aan de slag te gaan.
In de loop van mei 2018 zorgde een wetswijziging van artikel 216ter Sv ervoor dat de procedure BIS werd gewijzigd in deze van ‘bemiddeling en maatregelen’ ‘(B&M). Dit zorgde ook voor een gewijzigde registratie die ook een impact met terugwerkende kracht had op de BIS-dossier (een daling van de BIS-dossiers) en de opstart en stijging van de B&M-dossiers verklaart. Het aantal B&M-dossiers kent in 2018 en 2019 verder een lichte stijging, om vervolgens in 2020 te dalen (-12 %).
Het aantal nieuwe begeleidingen inzake vrijheid onder voorwaarden (VOV) kent in 2020 een hoogtepunt (2746 mandaten). Dit is een stijging met 22,53 % ten opzichte van 2015. Deze stijging past ook in de bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek (E. Maes, e.a. 2014). Daaruit blijkt dat er doorheen de tijd een globale stijging vast te stellen is van personen die voorafgaand aan hun proces aan een beperkende maatregel onderworpen zijn (zoals voorlopige hechtenis, vrijheid onder voorwaarden etcetera). In recent onderzoek werd vastgesteld dat advocaten vaak niet meer om een gewone vrijlating zonder meer (zonder voorwaarden) vragen maar eerder opteren voor de ‘veilige weg’ van een VOV. De evoluties verschillen wel naargelang arrondissement, wat te maken kan hebben met de lokale samenwerking tussen het justitiehuis en de rechtbank en een verschillend beleid, etc.
De autonome werkstraf (AWS) kende een sterke daling in 2016 die zich ook doorzette in 2017. Vanaf 2018 zien we daarentegen terug een lichte stijging, die verder versterkt wordt in 2019. Hierdoor bereikte het totaal aantal nieuwe mandaten werkstraf in 2019 het op twee na hoogste niveau van de afgelopen 10 jaar. In 2020 zien we echter opnieuw een daling van het aantal mandaten (- 10,26%). Die sterke daling kan te wijten zijn aan de COVID-maatregelen. De magistraten hebben gedurende een tijd de zittingen uitgesteld, en ook de uitvoering van de werkstraffen werd bij de meerderheid van de werkstrafplaatsen tijdelijk stilgelegd. Toch was het totaal aantal nieuwe werkstraffen in 2020 toch nog hoger dan het aantal nieuwe mandaten in 2018.
Kenmerkend aan de werkstraf is de betrokkenheid van de gemeenschap. De straf wordt in, met en ten bate van de samenleving uitgevoerd. De verschillende justitiehuizen hebben – al dan niet met de ondersteuning van gesubsidieerde partners - doorheen de jaren een uitgebreid netwerk aan prestatieplaatsen uitgebouwd, waar er gevarieerde taken kunnen worden uitgevoerd. Daarnaast zijn er in verschillende regio’s ook gesubsidieerde werkvloeren die toelaten om werkgestraften met een moeilijker profiel te werk te stellen (onder andere weekendwerk, onderliggende problematiek). Eveneens werd er de voorbije jaren vanuit de verschillende justitiehuizen afgestemd met de magistratuur over het verloop van de dossiers.
Het aantal nieuwe probatiebegeleidingen blijft verder dalen. Dat is een tendens die we zien bij veel opdrachten waarbij een begeleiding door een justitieassistent wordt opgelegd, en zal (deels) ook te wijten aan de COVID-maatregelen die ook een impact hebben gehad op de werking van de magistratuur en de justitiehuizen. Ook voor de autonome probatiestraf (APS) stellen we het tweede jaar op rij een daling vast. Ten opzichte van 2018 gaat het hier zelf om een daling van 37,60 % (351 dossiers in 2018, 311 dossiers in 2019, 219 dossiers in 2020). Meer algemeen kunnen we stellen dat de autonome probatiestraf weinig wordt uitgesproken.
De penitentiaire sector omvat hoofdzakelijk de opdrachten over het elektronisch toezicht, de begeleidingen van de Justitiehuizen over de voorwaardelijke invrijheidstelling, de beperkte detentie (vanaf 2007) en de voorlopige invrijheidstelling.
Er werden in 2016 veel minder geïnterneerden in vrijheid gesteld op proef (IOP) (248 nieuwe mandaten) dan in 2015 (341 nieuwe mandaten), met name een daling van 27 %. In 2017 steeg het aantal nieuwe invrijheidsstellingen op proef terug naar 280, waarna het aantal nieuwe dossiers min of meer stabiel bleef (275 in 2019).
In 2016 is de nieuwe interneringswet van 5 mei 2014 in werking getreden. Deze wet beperkte het toepassingsgebied van de internering, waardoor er mogelijk minder interneringen uitgesproken worden. Anderzijds wijzigde de wet ook grondig het systeem van de interneringsmaatregel. Sinds 2016 zijn niet langer de Commissies tot bescherming van de Maatschappij bevoegd, maar oordelen de Kamers voor de bescherming van de maatschappij (KBM) over het beheer van de internering en ook de mogelijkheid tot een invrijheidstelling op proef. De afsluiting van de werkzaamheden van de vroegere CBM’s en de opstart van de nieuwe KBM’s kunnen de fluctuering in het aantal nieuwe dossiers tussen 2015 en 2017 verklaren. Daarnaast heeft België ten gevolge van een veroordeling in 2016 door het EHRM, verschillende maatregelen genomen voor de uitstroom van geïnterneerden uit gevangenissen, wat mee een toename in het aantal invrijheidstellingen op proef kan verklaren.
Vanaf 1 januari 2020 hebben de justitiehuizen, naast de al bestaande vatting van de diensten slachtofferonthaal, ook een mandaat in de begeleiding en opvolging van de uithuisgeplaatste personen in het kader van het Tijdelijk Huisverbod (THV). In 2020 ontvingen de Vlaamse Justitiehuizen 217 mandaten. We merken grote regionale verschillen op. De grootste instroom was er voor de provincie Antwerpen met 113 nieuwe THV dossiers, gevolgd door de provincie Limburg met 89 nieuwe dossiers. In West-Vlaanderen ontvingen de justitiehuizen 6 mandaten, in Oost-Vlaanderen 5. In Vlaams Brabant werd het tijdelijk huisverbod in 2020 niet toegepast, in Brussel 4 keer.