Sinds 2007 zijn de justitiehuizen verantwoordelijk voor het elektronisch toezicht (ET). Deze opdracht kent een quasi continue groei. Omwille van de overbevolking in de gevangenissen werd het toepassingsgebied van het elektronisch toezicht stelselmatig uitgebreid en de toekenningsprocedure versneld. Het jaar 2016 kende een forse daling van het aantal begeleidingen in het kader van elektronisch toezicht, van 2.839 in 2015 naar 1.642 in 2016 (-42%). Dit komt deels als gevolg van een personeelsstaking bij het Vlaams Centrum Elektronisch Toezicht in oktober 2015, waar het aantal enkelbanden dat opgevolgd werd, toen werd verlaagd van ongeveer 1200 naar 900 op dagbasis. In de zomer van 2016 continueerde deze daling tot 700 begeleidingen. Binnen de procedure van het elektronisch toezicht onder de drie jaar, merken we een daling in het jaar 2017-2018. Deze is te wijten aan de komst van een nieuwe omzendbrief die de drempel tussen dossiers ET -3 jaar mét begeleiding (ET DIRG) en deze zonder begeleiding (ET TD) verhoogde van 2 maanden naar 3 maanden. Bijgevolg zijn een aantal dossiers verschoven van ET DIRG naar ET TD.

Naast de opdrachten in het kader van elektronisch toezicht nemen de overige penitentiaire opdrachten een relatief beperkt aandeel in van het totaal aantal begeleidingsmandaten binnen de Justitiehuizen. Doorgaans betreft het wel langdurige en intensieve begeleidingen.

Vanaf 2007 werden de Strafuitvoeringsrechtbanken bevoegd voor de toekenning van de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Het aantal toekenningen blijft redelijk stabiel. In 2017 kregen 399 justitiabelen een VI opgelegd.

Sedert 2007 zijn de Justitiehuizen bevoegd voor de opvolging van de beperkte detentie. Het aantal dossiers blijft redelijk stabiel in de buurt van 150 nieuwe dossiers op jaarbasis.

Het aantal dossiers voorlopige invrijheidstelling toegekend door de gevangenissen, betreft enkel voorlopige vrijstellingen waarbij begeleidingsvoorwaarden worden opgelegd aan gedetineerden met straftotalen onder de drie jaar.. Aangezien de meeste van deze gedetineerden vrijkomen onder elektronisch toezicht betreft de voorlopige invrijheidstelling sinds enkele jaren een uitzonderingscategorie met jaarlijkse aantallen die schommelen in de buurt van 50 nieuwe dossiers.

Een laatste restcategorie betreft de opvolging in het kader van de “terbeschikkingstelling”. Dit gaat over personen die veroordeeld werden voor zeer ernstige misdrijven en daardoor de bijkomende straf van terbeschikkingstelling kregen opgelegd. Zij staan na het doorlopen van hun gevangenisstraf nog minimaal vijf en maximaal vijftien jaar ter beschikking van de strafuitvoeringsrechtbank. Jaarlijks ontvangen de justitiehuizen tussen de 20 à 40 nieuwe dossiers.

sluiten